01/02/03/04/05/06/07/08/09/10/11/12/13/14/15/16/17/18/19/20/
21
/22/23/24/25/26/27/28/29/30/31/32/33/34/35/36/37/38/39/
40
/41/42/43/44/45/46/47/48/49/50/54//

 


Column 7

Ik ben weer terug, zolang mijn typelint niet op is. Ik kon een paar maanden niet schrijven, omdat mijn reservelint verdwenen was. Ik heb een boekje postzegels geruild voor een half lint, hopelijk is dat genoeg om dit uit te typen. Het is moeilijk om aan nieuw lint te komen en ik weet niet hoe lang het zal duren voordat ik weer een nieuwe kan krijgen . . . vooral omdat ik nu geen geld heb om een nieuwe te kopen. Ik zal zo vaak schrijven als ik kan.

Ik wil een beetje over vriendschap praten. Toen ik in de echte wereld was, was het begrip vriendschap nogal dubbelzinnig voor me, een paar uitgezonderd. Er waren een hoop mensen die ik vrienden noemde, maar de mensen, die echt goede vrienden waren kon ik op één hand tellen.

Het oude gezegde: 'dat je niet weet wie je vrienden zijn, totdat je ze nodig hebt' is meer dan ooit waar als je naar de gevangenis gaat en nog meer wanneer je naar death row gaat. Het opende mijn ogen, nadat ik gearresteerd was, mensen die ik mijn vrienden noemde, leken zich niet snel genoeg van mij te kunnen distantiëren. Van de meesten van hen had ik niet echt veel verwacht, maar anderen waar ik speciale tijden mee had gedeeld, namen niet eens de moeite om me een kaartje te sturen om me succes te wensen, me woorden van steun te geven om te laten weten dat ze hoopten, dat ik goed uit deze rotzooi zou komen. Dat was nogal pijnlijk voor me, vooral omdat ik aannam, dat ze wisten dat ik niet zo'n soort persoon was, die zou doen waarvan ik beschuldigd werd. Het feit dat ik er geweest was voor een paar van hen, toen ze door een moeilijke periode gingen, maakte het nog meer teleurstellend voor me, toen ze me in de kou lieten staan. Dat was de eerste keer dat ik het Amerikaanse fenomeen van de gelegenheids-vriendschap echt goed begreep. Dat was een echte leerervaring voor me.

Aan de andere kant kwam ik er achter dat ik een erg gelukkig persoon ben. Van de vrienden die ik zag als mijn echte goede vrienden was iedereen er voor me, behalve eentje. Degene die er voor me waren,.probeerden me zoveel mogelijk te helpen. Jammer genoeg, na meer dan 10 jaar hebben een paar van hen me ook afgeschreven, maar ik zie mezelf als heel gelukkig, dat ik nog steeds vrienden heb, die het uitgehouden hebben. Het is niet makkelijk geweest voor hen en ik weet dat mijn situatie hen ook een hoop pijn heeft bezorgd.

Met het risico om overdreven sentimenteel te klinken, ik weet niet wat ik gedaan zou hebben zonder deze vrienden. Het is nogal nederig voor me wanneer ik eraan denk waar deze mensen allemaal doorheen gegaan zijn voor mij. Het is niet makkelijk voor hen geweest en ik vermoed dat er geen Hallmark kaart is die de dankbaarheid en liefde, die ik voor deze mensen voel uit kan drukken.

‘s Avonds laat, wanneer het hier wat stiller is, lig ik hier in het donker en denk aan mijn vrienden. Ik beleef de goede tijden, die we hadden steeds maar weer in mijn gedachten. Ik vraag me af wat er nu gaande is in hun leven, of ze gelukkig zijn en of ze aan mij denken. Ik vraag me af, wat diegenen, die mij afgeschreven hebben toen ik ze nodig had, me zouden zeggen op mijn vraag, waarom zij mij de rug toekeerden.

Ik vraag me af hoe ik de vrienden die er wel voor me waren ooit duidelijk kan maken hoezeer het me spijt, dat ze blootgesteld moesten worden aan deze gekte en de pijn, die ze hierdoor moesten verdragen. Hoe kan ik zo ooit bedanken voor hun liefde en steun? Dat is één van de vreemde dingen van het liggen in het donker en je dingen afvragen, je wordt goed in het afvragen hoe je kunt uiten wat je voelt of denkt.

Tenslotte vraag ik me af, wat ik zal zeggen tegen deze vrienden, die er altijd voor me waren, als de tijd voor mijn executie komt. Zo af en toe, wanneer ik hier in het donker lig, probeer ik een laatste brief op te stellen voor deze vrienden van me. In de brieven die ik opstel naar ieder van hen probeer ik woorden te vinden om hen te vertellen wat er in mijn hart leeft, dingen die ik zeg om hen te helpen om om te gaan met mijn dood en hoe ik niet wil dat ze daar veel pijn en verdriet om hebben. Het is niet plezierig om aan te denken, maar ik denk dat dat wel het minste is wat ze verdienen, na alles waar ze doorheen gegaan zijn. Ik ben gewoonlijk een optimist, maar ik ben ook een realist en ik moet rekening houden met alle mogelijkheden. Dus proberen een brief op te stellen voor vrienden is iets waar ik over na moet denken in het geval de staat me vermoord.

Ik heb ook wat nieuwe vrienden gemaakt sinds ik hier zit. Vrienden in de echte wereld, bedoel ik. Sommige heb ik persoonlijk ontmoet, maar de meeste zijn penvrienden. Wanneer ik ze ontmoet, begrijpen ze wat er met mij kan gebeuren en ze geven me een hoop steun. Door de jaren heen verdwijnen degenen die uit nieuwsgierigheid schrijven vanzelf, maar degenen die het volhouden blijken meestal meer dan de gemiddelde persoon te zijn, waar het emotionele en geestelijke sterkte betreft. Ik trek me op aan hun sterkte en het helpt me om met de bullshit om te gaan wanneer het soms uitzonderlijk slecht gaat. Het is ironisch, dat de meeste mensen die het volhouden van overzee zijn. Ik neem aan dat de mensen in andere landen niet dezelfde bloeddorstigheid als de Amerikanen hebben. Soms verbaast het me gewoon hoeveel liefde en medeleven deze mensen in hun hart hebben, vooral voor iemand, die ze nog nooit persoonlijk ontmoet hebben.

Ik leg ze uit over de Amerikaanse houding tegenover mensen in de gevangenis in het algemeen en speciaal tegenover die op death row en het laat ze versteld staan. Onze vorm van gerechtigheid is iets dat zo onbegrijpelijk voor ze is, dat sommige van hen voorgesteld hebben, dat ik overdrijf in wat ik zeg over onze rechtbanken, politie en gevangenissen. Ze schijnen niet goed te kunnen bevatten, dat ik niet hoef te overdrijven, de waarheid is meer dan genoeg.

Over vriendschap met anderen op death row; er zijn geen mensen hier die ik zie als vrienden. Ik heb ten eerste nogal de neiging om op mezelf te blijven, maar in het verleden zijn er een paar geweest, die ik zag als vrienden. Een van hen is doodgestoken door een andere gevangene en de andere ben ik uit het oog verloren. Er zijn hier mensen die vriendschappen aangaan, maar ik heb geen wens om dat te doen. Ik heb wel kennissen, die ik aardig vind, maar zo wil ik het graag houden. Op de een of andere manier trekt het me niet om een vriendschap met iemand op te bouwen, die op een dag misschien naar de gaskamer wordt afgevoerd.Het is makkelijker om gewoon iedereen hier op een afstand te houden.

Nou, ik heb wel lang genoeg gekletst . . . en mijn lint is niet opgeraakt. Hopelijk duurt het niet zo lang tot ik weer met jullie kan praten.

Later,
Dean